La búsqueda del término acusar ha obtenido 19 resultados
ES Español NL Neerlandés
acusar (v) [derecho] aanklacht indienen tegen (v) [derecho]
acusar (v) [derecho] vervolgen (v) [derecho]
acusar (v) [derecho] betichten van (v) [derecho]
acusar (v) [acusación] betichten van (v) [acusación]
acusar (v) [derecho] beschuldigen van (v) [derecho]
ES Español NL Neerlandés
acusar (v) [acusación] beschuldigen van (v) [acusación]
acusar (v) [derecho] verantwoordelijk stellen (v) [derecho]
acusar (v) [acusación] verantwoordelijk stellen (v) [acusación]
acusar (v) [derecho] de schuld geven (v) [derecho]
acusar (v) [acusación] de schuld geven (v) [acusación]
acusar (v) [acusación] beschuldigen (v) [acusación]
acusar (v) [acusación] aanklacht indienen tegen (v) [acusación]
acusar (v) [derecho] gerechtelijk vervolgen (v) [derecho]
acusar (v) [derecho] aantijgen (v) [derecho]
acusar (v) [acusación] aantijgen (v) [acusación]
acusar (v) [derecho] aanklagen (v) [derecho]
acusar (v) [acusación] aanklagen (v) [acusación]
acusar (v) [derecho] beschuldigen (v) [derecho]
acusar (v n) [attribute blame to someone] beschuldigen (v n) [attribute blame to someone]