La búsqueda del término doorrijden na een ongeluk ha obtenido uno resultado
Ir a
NL Neerlandés ES Español
doorrijden na een ongeluk (n) [rechten] {n} accidente de carretera en el que el conductor se da a la fuga (n) {m} [rechten]

NL ES Traducciones de doorrijden

doorrijden (v) [algemeen] seguir adelante (v) [algemeen]
doorrijden (v) [straat] alejarse en coche (v) [straat]

NL ES Traducciones de na

na (o) [tijd] pasado (o) {m} [tijd]
na (o) [voorzetsel] pasado (o) {m} [voorzetsel]
na después
na (prep adv n) [after, time- or motion-wise] después (prep adv n) [after, time- or motion-wise]
na (adv prep conj adj) [behind; later in time; following] después (adv prep conj adj) [behind; later in time; following]
na (adv prep conj adj) [subsequently; following in time; later than] después (adv prep conj adj) [subsequently; following in time; later than]
na (o) [tijd] tras (o) {m} [tijd]
na (o) [voorzetsel] tras (o) {m} [voorzetsel]
na (o) [tijd] después de (o) [tijd]
na (o) [voorzetsel] después de (o) [voorzetsel]

NL ES Traducciones de een

een (n v) [to bathe using a shower] {m} bañarse (n v) [to bathe using a shower]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} felicitar (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} ducharse (n v) [to bathe using a shower]
een {m} un
een (a) [algemeen] {m} un (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} un (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} un (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} un (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} un (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (o) [onbepaald lidwoord] {m} un (o) [onbepaald lidwoord]

NL ES Traducciones de ongeluk

ongeluk (n) [algemeen] {n} choque (n) {m} [algemeen]
ongeluk (n) [gebeurtenis] {n} choque (n) {m} [gebeurtenis]
ongeluk (n) [tegenslag] {n} choque (n) {m} [tegenslag]
ongeluk (n) [verkeer] {n} choque (n) {m} [verkeer]
ongeluk (n) [algemeen] {n} colisión (n) {f} [algemeen]
ongeluk (n) [gebeurtenis] {n} colisión (n) {f} [gebeurtenis]
ongeluk (n) [tegenslag] {n} colisión (n) {f} [tegenslag]
ongeluk (n) [verkeer] {n} colisión (n) {f} [verkeer]
ongeluk (n) [algemeen] {n} accidente (n) {m} [algemeen]
ongeluk (n) [gebeurtenis] {n} accidente (n) {m} [gebeurtenis]