La búsqueda del término een teken geven ha obtenido 10 resultados
NL Neerlandés ES Español
een teken geven (v) [teken] señalar (v) [teken]
een teken geven (v) [waarschuwing] señalar (v) [waarschuwing]
een teken geven (v) [teken] hacer una señal (v) [teken]
een teken geven (v) [waarschuwing] hacer una señal (v) [waarschuwing]
een teken geven (v) [teken] llamar con señas (v) [teken]
NL Neerlandés ES Español
een teken geven (v) [waarschuwing] llamar con señas (v) [waarschuwing]
een teken geven (v) [teken] hacer señas (v) [teken]
een teken geven (v) [waarschuwing] hacer señas (v) [waarschuwing]
een teken geven (v) [teken] gesticular (v) [teken]
een teken geven (v) [waarschuwing] gesticular (v) [waarschuwing]

NL ES Traducciones de een

een (n v) [to bathe using a shower] {m} bañarse (n v) [to bathe using a shower]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} felicitar (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} ducharse (n v) [to bathe using a shower]
een {m} un
een (a) [algemeen] {m} un (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} un (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} un (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} un (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} un (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (o) [onbepaald lidwoord] {m} un (o) [onbepaald lidwoord]

NL ES Traducciones de teken

teken (n) [algemeen] {n} marca (n) {f} [algemeen]
teken (n) [mark of the foot left on the earth; a track or footstep; a trace; a sign] {n} huella (n) {f} [mark of the foot left on the earth; a track or footstep; a trace; a sign]
teken (n) [algemeen] {n} prueba (n) {f} [algemeen]
teken (n) [feit] {n} prueba (n) {f} [feit]
teken (n) [algemeen] {n} indicio (n) {m} [algemeen]
teken (n) [communicatie] {n} indicio (n) {m} [communicatie]
teken (n) [respect] {n} indicio (n) {m} [respect]
teken (n) [symbool] {n} indicio (n) {m} [symbool]
teken (n) [toekomst] {n} indicio (n) {m} [toekomst]
teken (n) [algemeen] {n} evidencia (n) {f} [algemeen]

NL ES Traducciones de geven

geven (v n) [to assign a role in a play or performance] elenco (v n) [to assign a role in a play or performance]
geven (v n) [transfer the possession of something to someone else] entregar (v n) [transfer the possession of something to someone else]
geven (v) [voorwerp] entregar (v) [voorwerp]
geven (v) [voorwerpen] entregar (v) [voorwerpen]
geven dar
geven (v) [algemeen] dar (v) [algemeen]
geven (v) [geschenk] dar (v) [geschenk]
geven (v) [overhandigen] dar (v) [overhandigen]
geven (v) [spelen - kaarten] dar (v) [spelen - kaarten]
geven (v n) [transfer the possession of something to someone else] dar (v n) [transfer the possession of something to someone else]