hacer una pausa traducción - Español Neerlandés traducción de hacer una pausa

Woxikon / Diccionario / Español Neerlandés / H / hacer una pausa

La búsqueda del término hacer una pausa ha obtenido uno resultado

Ir a

ES	Español	NL	Neerlandés
	hacer una pausa (v) [actividad]		pauzeren (v) [actividad]

ES NL Traducciones de hacer

	hacer (v) [acción] hecho haces hacen hubiste hecho hubieron hecho		opmaken (v) [acción] opgemaakt maakt op maken op maakten op maakte op
	hacer (v) [cama] hecho haces hacen hubiste hecho hubieron hecho		opmaken (v) [cama] opgemaakt maakt op maken op maakten op maakte op
	hacer (v) [general] hecho haces hacen hubiste hecho hubieron hecho		opmaken (v) [general] opgemaakt maakt op maken op maakten op maakte op
	hacer (v) [escritura] hecho haces hacen hubiste hecho hubieron hecho		uitschrijven (v) [escritura] uitgeschreven schrijven uit schrijft uit schreven uit schreef uit
	hacer (v) [acción] hecho haces hacen hubiste hecho hubieron hecho		handelen (v) [acción] gehandeld handelen handelt handelde handelden
	hacer (v) [actuar] hecho haces hacen hubiste hecho hubieron hecho		handelen (v) [actuar] gehandeld handelen handelt handelde handelden
	hacer (v) [acción] hecho haces hacen hubiste hecho hubieron hecho		optreden (v) {n} [acción] opgetreden treden op treedt op trad op traden op
	hacer (v) [actuar] hecho haces hacen hubiste hecho hubieron hecho		optreden (v) {n} [actuar] opgetreden treden op treedt op trad op traden op
	hacer (v) [escritura]		voluit schrijven (v) [escritura]
	hacer (n v abbr) [cook] hecho haces hacen hubiste hecho hubieron hecho		bakken (n v abbr) {n} [cook] gebakken bakken bakt bakte bakten

ES NL Traducciones de una

	una (a) [adjetivo indefinido]		enig (a) [adjetivo indefinido]
	una (a) [general]		enig (a) [general]
	una (a) [adjetivo indefinido]		een zekere (a) [adjetivo indefinido]
	una (a) [general]		een zekere (a) [general]
	una (a) [adjetivo indefinido]		één of andere (a) [adjetivo indefinido]
	una (a) [general]		één of andere (a) [general]
	una		een {m}
	una (a) [adjetivo indefinido]		een (a) {m} [adjetivo indefinido]
	una (o) [artículo indefinido]		een (o) {m} [artículo indefinido]
	una (a) [general]		een (a) {m} [general]

ES NL Traducciones de pausa

	pausa (n) [actividad] {f}		pauze (n) {m} [actividad]
	pausa (n v) [pause of a specified length in a piece of music] {f}		rust (n v) {m} [pause of a specified length in a piece of music]
	pausa (n) [actividad] {f}		onderbreking (n) {f} [actividad]
	pausa (n) [actividad] {f}		korte rust (n) {m} [actividad]
	pausa (n v) [symbol indicating a pause in music] {f}		rustteken (n v) [symbol indicating a pause in music] (n v)