La búsqueda del término praatje ha obtenido 11 resultados
NL Neerlandés ES Español
praatje (n) [babbeltje] {n} charla (n) {f} [babbeltje]
praatje (n) [gesprek] {n} charla (n) {f} [gesprek]
praatje (n) [toespraak] {n} charla (n) {f} [toespraak]
praatje (n) [babbeltje] {n} plática (n) {f} [babbeltje]
praatje (n) [gesprek] {n} plática (n) {f} [gesprek]
NL Neerlandés ES Español
praatje (n) [toespraak] {n} plática (n) {f} [toespraak]
praatje (n) [gesprek] {n} diálogo (n) {m} [gesprek]
praatje (n) [gesprek] {n} conversación (n) {f} [gesprek]
praatje (n) [babbeltje] {n} confabulación (n) {f} [babbeltje]
praatje (n) [verhaal] {n} rumor (n) {m} [verhaal]
praatje (n) [verhaal] {n} habladuría (n) {f} [verhaal]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de praatje ES Traducciones
onzin [gepraat] m mierda {f}
prietpraat [gepraat] m tonterías {f}
taal [gepraat] m lenguaje {m}
praat [gepraat] m palabras {f}
gesprek [babbel] n conversación {f}
gerucht [geroddel] n rumor {m}
roddel [geroddel] m vinazo (n v)
verzinsel [geroddel] n quimera {f}
causerie [causerie] f plática {f}
gepraat [praat] n palabras {f}
verhaal [mare] n historia {f}
uitvlucht [smoes] m excusa {f}
vertelsel [smoes] historia {f}
voorwendsel [smoes] n pretexto {m}
excuus [smoes] n excusa {f}
smoes [excuus] m pretexto {m}