La búsqueda del término voorspellen ha obtenido 16 resultados
NL Neerlandés ES Español
voorspellen (v) [omen] {n} indicar (v) [omen]
voorspellen (v) [toekomst] {n} prefigurar (v) [toekomst]
voorspellen (v) [omen] {n} presagiar (v) [omen]
voorspellen (v) [toekomst] {n} presagiar (v) [toekomst]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} presagiar (v) [waarschuwing]
NL Neerlandés ES Español
voorspellen (v) [omen] {n} representar (v) [omen]
voorspellen (v) [omen] {n} significar (v) [omen]
voorspellen (v) [omen] {n} augurar (v) [omen]
voorspellen (n) [toekomst] {n} predicción (n) {f} [toekomst]
voorspellen (v n) [estimate future conditions] {n} predecir (v n) [estimate future conditions]
voorspellen (v) [toekomst] {n} predecir (v) [toekomst]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} predecir (v) [waarschuwing]
voorspellen (n) [toekomst] {n} adivinación (n) {f} [toekomst]
voorspellen (v n) [estimate future conditions] {n} pronosticar (v n) [estimate future conditions]
voorspellen (v) [toekomst] {n} pronosticar (v) [toekomst]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} pronosticar (v) [waarschuwing]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de voorspellen ES Traducciones
voorzeggen [aankondigen] pronosticar
profeteren [aankondigen] n predicción {f}
inhouden [beduiden] contener
waarzeggen [profeteren] n predicción {f}
voorzien [verwachten] n prever
vermoeden [bevroeden] n pensar
weten [bevroeden] saber {m}
melden [inluiden] señalar
aankondigen [inluiden] publicar
beduiden [inhouden] presagiar