La búsqueda del término zich schromelijk vervelen ha obtenido 2 resultados
Ir a
NL Neerlandés ES Español
zich schromelijk vervelen (v) [geestelijke gewaarwording] estar aburrido como una ostra (v) [geestelijke gewaarwording]
zich schromelijk vervelen (v) [geestelijke gewaarwording] estar totalmente aburrido (v) [geestelijke gewaarwording]

NL ES Traducciones de zich

zich (v) [to seize power] usurpar (v) [to seize power]
zich (v n) [make a firm decision] resolver (v n) [make a firm decision]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] os (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] se (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] se (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] se (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (v n) [to remove hair from one's face] afeitarse (v n) [to remove hair from one's face]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] se ... a sí mismo (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] se ... a sí mismo (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]

NL ES Traducciones de schromelijk

schromelijk (a) [graad] flagrante (a) [graad]
schromelijk (a) [graad] grande (a) [graad]
schromelijk (a) [graad] muchísimo (a) [graad]
schromelijk (a) [graad] con urgencia (a) [graad]
schromelijk (a) [graad] seriamente (a) [graad]
schromelijk (a) [graad] severamente (a) [graad]

NL ES Traducciones de vervelen

vervelen (v) [geestelijke gewaarwording] aburrir (v) [geestelijke gewaarwording]
vervelen (v n) [to inspire boredom] aburrir (v n) [to inspire boredom]
vervelen (v) [ergeren] irritar (v) [ergeren]
vervelen (v) [ergeren] molestar (v) [ergeren]
vervelen (v) [ergeren] agravar (v) [ergeren]
vervelen (v) [ergeren] exasperar (v) [ergeren]
vervelen (n v) [bother or vex; to mortify] mortificar (n v) [bother or vex; to mortify]
vervelen (v) [afschuw] empalagar (v) [afschuw]
vervelen (v) [afschuw] hartarse de (v) [afschuw]